Diabetes Mellitus
Als u diabetes heeft, kunnen er veranderingen optreden in (de werking van) uw lichaam. De volgende veranderingen kunnen zich voordoen:
Neuropathie
Neuropathie is een beschadiging van de zenuwen. Als uw zenuwen beschadigen, kan er ongemerkt een verminderd gevoel ontstaan. U voelt bijvoorbeeld een te warm voetenbad, door de zon verhitte tegels of zand, steentjes in uw schoen of drukplekken niet meer. Hierdoor kunnen (zelfs onder eelt!) ongemerkt wondjes ontstaan die moeilijk genezen.
Standsafwijkingen
Als bepaalde zenuwen uitvallen, gaan uw kleine voetspieren slecht werken. Overheersing van de onderbeenspieren kunnen dan leiden tot standsveranderingen in de voet. Dit veroorzaakt drukplekken die kunnen leiden tot eelt, blaren en wonden.
Verminderde doorbloeding
Met diabetes heeft u een grote kans op een verminderde doorbloeding van en naar de voeten. Hierdoor ontstaat een verminderde toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar uw voet. De huid gaat daardoor sneller kapot en wonden genezen langzaam of zelf niet.
Limited joint mobility
Bij limited joint mobility is de mobiliteit van uw voetgewrichten beperkt. Hierdoor ontstaan beschadigingen aan de zenuwen. Dit kan tot gevolg hebben dat de stand van uw voet verandert en dat uw gewrichten minder beweeglijk worden. Drukklachten ontstaan hierdoor sneller.
Infectie
Met diabetes bent u vatbaar voor infecties, zoals schimmelinfecties van de huid en/of de nagels.
Één of meer van de bovengenoemde factoren veroorzaken problemen, zoals een kwetsbare huid, overmatige eeltvorming en wonden. Uiteindelijk kunnen deze problemen leiden tot amputaties. Preventie is daarom van groot belang.
De podotherapeut
De podotherapeut controleert de complicaties in uw voeten. Na de controle adviseert uw podotherapeut u. Ook kan hij/zij u behandelen.
Voetverzorgingsadvies
Informatie over een optimale verzorging van uw voeten om wonden te voorkomen en bestaande wonden goed te laten genezen.
Tips voor thuis:
- Loop nooit op blote voeten.
- Voel altijd, voordat u uw schoenen aantrekt, of er geen steentjes in uw schoenen zitten.
- Onderzoek elke dag uw voeten op rode plekken, blaren of wonden. Geneest een wond niet binnen 7 dagen? Raadpleeg dan uw huisarts of podotherapeut.
- Was dagelijks uw voeten met handwarm water, op dezelfde manier zoals u ook uw handen wast.
- Droog uw voeten zorgvuldig af, vooral tussen uw tenen. Gebruik hiervoor een dunne zacht handdoek, zodat u er goed bij kunt. Zo beschadigd u de huid tussen uw tenen ook minder snel.
- Neem nooit een voetenbad!
- Houd uw huid soepel door uw voeten dagelijks in te smeren met een zachte crème. Zorg ervoor dat er geen crème tussen de tenen komt. Uw huid kan hierdoor week worden en sneller beschadigen.
- Trek dagelijks schone, soepele sokken of kousen aan. Deze mogen niet te groot of te klein zijn. Zorg ervoor dat de naden van de sokken of kousen niet voor drukplekken zorgen. Er zijn naadloze sokken en panty’s verkrijgbaar. U kunt uw panty ook binnenstebuiten dragen.
- Zorg ervoor dat uw schoenen goed passen.
Schoenadvies
De schoen moet geschikt zijn voor uw voeten en de juiste pasvorm hebben.
Beperk het risico op drukplekken met de volgende schoenadviezen:
- Koop uw schoenen altijd ’s middags. In de loop van de dag worden uw voeten namelijk dikker. Zo koopt u schoenen die goed passen.
- Loop in de winkel een paar rondjes met beide schoenen aan. Bij twijfel niet kopen. Een goede schoen hoeft u niet in te lopen.
- Schoenen moeten zowel in de lengte als in de breedte voldoende ruimte bieden. Als u staat, moet de schoen 1 cm langer zijn dan de langste teen. De schoenen mogen nooit te spits toelopen, maar horen in overeenstemming te zijn met de vorm van de voet.
- Laat uw voeten elk jaar opmeten. Uw voeten veranderen naarmate u ouder wordt.
- Belangrijk voor de ondersteuning van de voet is dat het contrefort (de hielversteviging van de schoen) stevig is. Deze kap zit aan de achterkant van de schoen en mag niet gemakkelijk vervormen.
- Schoenen met een veter- of klittenbandsluiting hebben over het algemeen een betere pasvorm dan ‘instappers’. De wreefsluiting geeft extra stevigheid aan de voet.
- De hak van de schoen mag maximaal 2-3 cm zijn. Is de hak hoger dan ontstaat een verhoogde druk onder de voorvoet. Voor een goede stabiliteit van de voet dient de hak breed te zijn.
- Heeft u zolen of ortheses die u wilt dragen in de schoen? Neem deze dan altijd mee naar de winkel en pas de schoenen met uw zolen of orthese.
- Haal een eventueel uitneembaar voetbed uit de schoen als u zolen draagt. Op deze manier verliest u geen ruimte in de schoen. Verzeker u ervan dan de binnenzool vlak is voor u de zool in de schoen plaatst. De zool moet vlak in de schoen liggen.
- Het is mogelijk dat uw confectieschoenen niet voldoende bescherming bieden. Uw podotherapeut adviseert u dan om een specialist te raadplegen. Deze bepaalt of u (semi)orthopedische schoenen nodig heeft.
Behandeling
Bij bestaande wonden zorgt de podotherapeut (eventueel samen met andere specialisten) ervoor dat deze zo snel mogelijk genezen.
Indien de podotherapeut uw drukplekken niet kan voorkomen of verminderen, dan adviseert de podotherapeut u over vervolgbehandelingen.